Kansen voor ieder kind in het vwo

In de vwo-brugklassen zitten leerlingen met een vwo-advies en leerlingen met een havo/vwo-advies. Deze laatste noemen we ook wel havo-opstroomleerlingen. Beide groepen leerlingen volgen dus hetzelfde onderwijs. Alleen op deze manier krijg je als school echt zicht op de (mogelijke) vwo-kwaliteiten van een leerling. Kinderen krijgen op Het Schoter volop de kans om zich te ontwikkelen, ook als het startniveau nog niet helemaal duidelijk is. We willen namelijk het beste in kinderen naar boven halen. Een havo/vwo-leerling kan zo doorgroeien in zijn leerproces, zonder tegen de grenzen van het havo-systeem aan te lopen. De leerling die het reguliere vwo (te) makkelijk vindt, kan echter ook doorgroeien. Dat kan doordat we veel differentiatie en maatwerk bieden.

Differentiatie

Dat is ook een van de opdrachten die staatssecretaris Sander Dekker het onderwijsveld heeft meegegeven: “Differentieer binnen klassenverband en probeer iedere leerling maximaal uit te dagen.” Binnen de vwo-brugklassen is dus zowel ruimte voor de excellente (hoogbegaafde) vwo-leerling alsook voor de havo/vwo-leerling die nog moet uitzoeken welk niveau het beste bij hem/haar past.

Maatwerk in het vwo

Docenten kunnen in de vwo-brugklassen goed inspelen op de niveauverschillen tussen leerlingen. De nadruk ligt namelijk veel meer op gepersonaliseerd leren én het contact tussen de mentor en de leerling is veel intensiever dan normaal het geval is.

Met het hele docententeam hebben we in kaart gebracht wat leerlingen moeten kennen en kunnen om in bijvoorbeeld een 3 havoklas of in een reguliere 3 vwo-klas van start te kunnen gaan. Alle leerlingen die het vwo-programma in klas 1 en 2 op Het Schoter hebben gevolgd, zijn daarna minimaal startbekwaam om in iedere andere derde klas in te stromen.

Haalt mijn kind met deze aanpak de kerndoelen voor de brugklas?